Normaal sla ik altijd de yakatori over in restaurants om te bestellen, omdat ik denk ”dat ik dat thuis ook wel kan maken”. Vervolgens doe ik dat nooit en zo eet ik dus eigenlijk nooit yakatori. Best dom die gedachtegang, maar kom er niet vanaf. En zo heb ik trouwens nog wel meer domme gedachtes hoor. De allerergste: ik HAAT hotelbedden. Die lakens.. JAK(atori). En als je dan bedenkt wie en wat daar allemaal op hebben gelegen. Zo vies! Dus elke vakantie gaat m’n eigen bedovertrek en sloop mee. Heel erg, maar anders slaap ik niet. En ik weet dat het suf is maar ik kan niet geloven dat ik de enige ben. Toch? Maargoed, terug naar het eten voor m’n smetvreesbrain deze tekst overneemt. Yakatori. Ja, nooit gemaakt dus. En nu voor het eerst. En het was hartstikke lekker! En dat vond de man ook. En die vindt btw het echt super belachelijk dat ik elke keer m’n eigen sloop meeneem natuurlijk.
Ingredienten, 2 personen:
- 350 gram kipfilet
- sojasaus
- rijst azijn
- mirin
- suiker
- 2 tenen knoflook
- 3 bosuitjes
- spiesstokjes
Doe 40 ml sojasaus, 3 eetlepels rijstazijn en 3 eetlepels mirin in een pannetje samen met 2 eetlepels suiker en de heel fijn gesneden of geperste knoflook. Verhit nu dit goedje tot het begint te pruttelen en laat dan heel even kort inkoken (2-3 minuten). Snijd ondertussen de kip in blokjes en de ui in ringetjes. Haal als het genoeg heeft geprutteld het mengsel van het vuur doe ongeveer 4/5 in een kom (dus klein beetje overlaten) en doe hier de kipstukjes bij. Hussel de kip door de teriyaki en laat zo lang mogelijk marineren. Als je geen tijd hebt kan je ook een kwartiertje wachten. Spies nu de kip stukjes aan de stokjes tot je ongeveer 6 stokjes hebt. Verhit een grillpan en grill nu de kip gaar. Er zal een mooi glanzend laagje over de kip komen. Als het gaar is leg je de kip op een op bord, giet je het overgebleven sausje er nog overheen en strooi je er nog wat uitjes overheen. Warm opdienen en klaar is kees!
